Het voorjaar begint pas echt als er weer schapen en lammetjes op de zeedijk lopen. Die van Thomas Kooistra (28) en Mirjam Helfferich (23) grazen al een aantal jaar vanaf 1 april in de vijf dijkvakken tussen Zwarte Haan en de Boonweg. In hun boerderij aan de Berlikumerweg bij Ried worden deze weken honderden lammetjes geboren.
Niet alleen over de spreekwoordelijke dam, maar ook wat blaten betreft volgen de schapen elkaar. Als eentje begint, doen de anderen meteen mee, zo is te horen in de twee stallen van Thomas Kooistra en Mirjam Helfferich uit Ried. De lammetjes imiteren hun moeders en laten een zachte schrille bèè horen. De allerkleinsten liggen de eerste dagen na de geboorte in aparte ‘hokjes’, zodat ooi en lammetjes even aan elkaar kunnen wennen. Soms wordt er één lammetje per ooi geboren, soms twee, drie of vier. Een vijfling hebben ze dit jaar nog niet gehad. ,,Lokkich net”, vindt Thomas. ,,Foar it skiep is it net soa goed.” De geboorte gaat goed als het lam er eerst met de poten uitkomt, legt Mirjam uit. Naast haar werk als leidinggevende bij de Poiesz in Stiens helpt ze mee wanneer ze kan. ,,Als de kop alleen komt en het schaap gaat persen, dan gaat het mis. Dan moet je even terugduwen.”
Hoeveel lammetjes er zijn? Zeker vijfhonderd, weet Thomas, misschien wel 550. En ja, hij kent ze eigenlijk allemaal. ,,Asto d’r ien fuort helje soest, merk ik ‘t miskien net gelyk, mar ast d’r in fremde by sette soest, seker wol.” Laatst werden er in een week 130 geboren, toen raakten ze de tel wel een beetje kwijt. En er zullen nog veel bij komen dit voorjaar. ,,De earste is leuk, maar de lêste is nog folle leuker”, grapt hij. Want hoe schattig ook, het is maandenlang hard werken, met veel nachtwerk om de schapen te helpen bij het werpen.
Er staan ook vier koeien in de stal. Afgelopen week haalde Thomas er twee uit Ouwe-Syl bij. Ze leveren melk voor de lammetjes die om een of andere reden niet bij de moeder kunnen drinken. Twee keer per dag melkt Thomas de koeien met een kleine melkmachine. ,,De lammeren groeien er heel goed op”, ziet Mirjam. De lammetjes die de koeienmelk krijgen staan in de andere stal. Ook scharrelen verderop in deze stal nog twee varkens, die nieuwsgierig komen snuffelen. ,,Het is mem en dochter”, vertelt Thomas. Ze kunnen zelf naar buiten gaan als ze willen.
Hoewel ze niet uit een boerenfamilie komen, sprak het boerderijleven Thomas en Mirjam beide als kind al aan, ,,Ik bin echt ‘n bistenman”, stelt Thomas. In 2014 gebruikte hij legertenten en later een hok bij Tzum voor zijn kleine kudde schapen, toen ze later samen deze boerderij met stallen konden huren, werden het er snel meer: eerst honderd, toen nog honderd, enzovoorts. Vorig jaar hadden ze ongeveer vijfhonderd schapen, die bijna allemaal lammetjes kregen, toen werd het wat al te vol. Hun droom is om een boerderij voor zichzelf te hebben. ,,We huren dit. We hopen dat er nog eens een kans komt. Veel land hebben we niet nodig, wel stallen. Koeien zouden we trouwens ook geweldig vinden, maar er is een enorme investering nodig, dat is voor nieuwe boeren niet te doen.”
Het grootste deel van de lammetjes gaan naar de slacht, een aantal houden ze. Het vlees wordt geëxporteerd, in België en Frankrijk wordt graag lamsvlees gegeten. Thomas en Mirjam probeerde het ook wel eens, maar vonden de smaak niet lekker. Ook verkoopt Mirjam, die retailmanagement studeerde, schapenwol via social media. Ze wijst op een gevilt schapenkleed op de stoel. ,,Het brengt weinig op, maar het is mooi om niets te verspillen.”
Van de koeien en varkens verkopen ze het vlees aan huis. ,,We laten het in Tzum slachten en dan komt het hier weer. Dan liggen de drie vriezers vol.” Ze merken dat de kleinschaligheid mensen aanspreekt. ,,Mensen weten waar het vlees vandaan komt. Laatst was er iemand uit Groningen, die eigenlijk vegetarisch is, maar ons vlees wel eet. Dat is een mooi compliment.”
Vanaf 1 april brengt Thomas de schapen en grote lammeren naar de zeedijk tussen Zwarte Haan en de Boonweg, waar ze tegen een schappelijke vergoeding aan het Wetterskip kunnen grazen. Het is een prima plek, vinden Thomas en Mirjam. Ander land huren om schapen te laten grazen en kuil van het gras te maken is behoorlijk kostbaar. Mensen die over de zeedijk fietsen of wandelen genieten van de grazende schapen, valt Mirjam iedere keer op als ze langsrijdt. ,,En het is in de zomer behoorlijk druk. Als de schapen op de dijk staan, zijn ze van iedereen.”
Voor fietsers en autoverkeer op het weggetje onderaan de dijk zijn de schapen wel eens hinderlijk. Veel schapen van Thomas en Mirjam staan al jaren en zijn dus gewend aan auto’s. ,,Se stean altijd yn ‘t paad”, weet Thomas. ,,Se herkenne myn auto, dus at ik kom, giet it hielendal hiel stadig.” Mirjam moet wel eens lachen als ze mensen uit de auto ziet stappen om de schapen weg te jagen. ,,Dat werkt niet. Je moet heel rustig doorrijden, dan gaan ze aan de kant.” Ieder jaar komt het wel eens voor dat er een schaap is aangereden. ,,Dat is net leuk. We bringe derom de lêste jierren wol wat minder lytse lamkes nei de seedyk.”
De dijk heeft wel als nadeel dat er geen schaduw is, vindt Thomas. ,,In oare fjilden sette je een kar del wer’t se yn ‘t skaad lize kinne, mar oan ‘e dyk mei je n fanwege de seekerende wurking neat.” ‘s Zomers maakt Thomas bijna elke dag een ronde langs de dijk. Hij is dan in de buurt, overdag rijdt hij op een grote blauwe trekker voor loonbedrijf Visser Dokkum.
Veel toeristen zijn erg met de schapen begaan, merken de schapenhouders. ,,We krijgen vooral in de zomer heel vaak telefoontjes: dat een schaap dorst heeft bijvoorbeeld. En we horen het ook van een boer die onderaan de dijk woont, dat mensen aanbellen en een emmer water vragen. Maar de schapen hebben genoeg te drinken. Ze krijgen leidingwater uit putten, er is dus altijd genoeg.”