‘En ander diversche naciën’ – Vijf eeuwen nieuwe Bilkerts
Kort nadat een consortium van ondernemers onder leiding van Thomas Bueckelar uit Dordrecht in 1505 ’t Bildt had bedijkt, liet de landheer een ‘Abmessung’ maken. De tweede consort vanaf het oosten heette Jacob Hallingen. Zijn zoon Halling Jacobsz was vanaf 1527 pachter in een aangrenzende kavel op naam van Thomas Bueckelar. Volgens een zeventiende-eeuwse kroniek kwam hun familie uit Dordrecht. In een Hollands register uit 1472 staat Jacobs vader Willem Jan Hallincxz van der Goude als leenman met acht morgen land in Alblas bij Dordrecht. In de kroniek heet Halling Jacobsz voluit ‘Aert Hallincq Jacobsz’. Hij zou in 1565 in Leeuwarden zijn overleden.
De kern van het Bildtse bedijkersconsortium van 1505 bestond uit Bueckelar en drie zwagers uit de rijkste en deftigste Dordtse familie van zijn tijd: de Oems van Wijngaarden, grootgrondbezitters in en om Dordrecht. Om het risico van de bedijking te spreiden, trokken ze uit hun eigen netwerken negen andere consorten aan die zelf ook weer nieuwe aandeelhouders wierven. Jacob Hallingen was een van deze onderaandeelhouders. Was zijn familie in of om Dordrecht misschien pachter geweest van een van de Dordtse Bildtconsorten? In Dordrecht hadden de grotere pachters van stedelijke notabelen bepaalde voorrechten. Van deze ‘landpoorters’ of ‘buitenpoorters’ zijn naamlijsten bewaard. Er staat niet in van wie zij hun land pachtten, maar in Zwijndrecht en Alblas woonden in de vijftiende eeuw wel landpoorters met namen zoals Hallinc Aertsz en jonge Jan Hallincxz. Uit Alblas, en onder meer ook uit IJsselmonde, zijn landpoorterslijsten bewaard uit de jaren 1521-1527. Eén landpoorter uit IJsselmonde viel mij op: Arien Lauwenz (1525-1527) – misschien de vader van de Bildtpachter Louw Aerjansz († Vrouwenparochie 1547) die volgens zijn grafschrift zelf uit Heinenoord in Zuid-Holland kwam?
Een sleutelfiguur in het Dordtse familienetwerk van de Oems was hun zwager Philips van der Does. In 1490 bedijkte hij een stuk ondergelopen land in Heerjansdam bij Dordrecht, in 1509 verpachtte hij een kavel van ruim 500 morgen Bildtland en in 1515 trad hij op als zaakwaarnemer voor de overige Dordtse aandeelhouders. Zijn zuster Yde was getrouwd met de Dordtse schepen mr. Jan Boom. Als mr. Jan Boem Hugenz zegelde hij in 1474 met een uitgerukte boom. Zijn familie stamde uit Zierikzee, waar zijn verwant Dingman Eynout Verboom Klaasz hetzelfde wapen voerde. Volgens de kroniek trouwde hij in 1561 met Arnoldina Hallincq (!) Pauwelsdr.
Het wapen Boem/Boom/Verboom heeft ook op een grafzerk uit 1608 in Sint Anna gestaan. Heeft gestaan, want de zerk ligt buiten de Van Harenskerk en is nu zo verweerd dat er bijna niets meer op te zien is. De wapenvoerster heette Elisabeth Boom. Ze was getrouwd met de Bildtse bierbrouwer en grietman-plaatsvervanger Joan Bonteman († 1612). Omstreeks 1554, toen Elisabeth werd geboren – ze is 54 jaar oud geworden – was de rol van de oorspronkelijke Bildtconsorten al lang uitgespeeld, maar er woonden nog wel Hallincqs in Friesland. Je zou bijna gaan denken dat zij het ‘bruggenhoofd’ zijn geweest voor de Dordtse ‘importbruid’ Elisabeth Boom.
Op de zerk van Elisabeth heeft nog een ander wapen van een van haar voorouders gestaan: twee rijen ruiten, drie boven en twee onder. In 1487 zegelde de Dordtse schepen Willem Jan Reyersz hiermee. Hij nam in 1490 een boerderij in Alblas over van een zoon van mr. Jan Boom. Willems moeder heette… Maria Hallincq. Hoe Elisabeth precies in dit netwerk paste, blijft onduidelijk, maar aan haar Dordtse wortels hoeven we niet te twijfelen.
Voor de volledigheid kom ik nog even terug op een wapenzerk die ik twee jaar geleden in de ‘oude’ Bildtse Post heb besproken. Er staan onder meer drie schoorsteenhalen (‘heugels’) en drie kookpotten op. De heugels komen onder meer voor op zegels uit de Zwijndrechtse Waard, dus uit de omgeving van Dordrecht. Maar de combinatie van drie heugels met een of meer potten is kenmerkend voor een familie Besemer, die onder meer in Gouda en Leiden op het pluche zat, en voor nog twee Goudse regentenfamilies. Om het nog wat ingewikkelder te maken: een andere familie Besemer voerde het Dordtse ruitenwapen (3:2) van Willem Jan Reyersz.
Los van deze wapenpuzzels kunnen we hier vaststellen dat het Dordtse familienetwerk dat in 1505 de Ouwe-Dyk heeft aangelegd, aan het begin van een migratieketen heeft gestaan die de Hallincqs – en in hun kielzog vermoedelijk ook Elisabeth Boom – naar Friesland heeft gebracht. Overigens had mr. Boudewijn van Loo (1520-1596), de Bildtse grietman voor wie Elizabeths man af en toe waarnam, ook Dordtse wortels. Zijn overgrootvader mr. Aelbrecht van Loe († 1525) kwam uit die stad en was er vanaf 1505 onder meer stadsadvocaat (‘pensionaris’).
Volgende maand: een Haarlems netwerk.
Beeld: Wapens Bueckelar, Oem, Van der Does, Boom, Besemer (2x) en Van Loo (© cbgfamiliewapens.nl).