‘En ander diversche naciën’ – Vijf eeuwen nieuwe Bilkerts (10)
Wat heeft de weduwe Joustra te maken met het leesgezelschap ‘Ledige Uren’ op Ouwe-Syl? En wat doet zo’n leesgezelschap eigenlijk? Een leesgezelschap koopt boeken in. Die gaan onder de leden rond en worden daarna besproken en verkocht. Op Ouwe-Syl werd, als de overlevering klopt, al in 1792 ‘Rechten van den mensch’ van Thomas Paine gelezen. Het gezelschap was toen waarschijnlijk een dekmantel voor revolutionaire vergaderingen. In de negentiende eeuw werd ‘Ledige Uren’ meer een gezelligheidsclub. Ook nieuwkomers op Ouwe-Syl werden als lid gevraagd, vooral wanneer ze goed waren opgeleid. Zo werd het gezelschap een soort ‘inburgeringsmachine’ voor mannen met bij uitstek mobiele beroepen, zoals onderwijzers en (op Ouwe-Syl: doopsgezinde) dominees.
In de negentiende eeuw werd ‘Ledige uren’ vaak geleid door de dorpsonderwijzer. Bruno Lieuwes van Albada, geboren in Maastricht uit Friese ouders, had in Leeuwarden en Groningen gestudeerd en nam zijn verlichte ideeën mee naar ’t Bildt. Hij gaf les uit moderne leerboekjes en liet een frisse wind door het leesprogramma waaien. Zijn opvolger Anske Koopmans kwam uit Dokkum, waar toevallig ook een leesgezelschap ‘Ledige Uren Nuttig besteed’ bestond. Meester Koopmans herdacht in 1842 het gouden jubileum van het Ouwesylster gezelschap. Als ik het goed zie, speelde een andere Dokkumer nieuwkomer al in 1796 een rol in dit leesgezelschap, dat toen nog een andere naam had.
‘Bildzylster burgerschaar’
De Dokkumer zilversmid Ruurd van der Fen verhuisde in 1791 naar ’t Bildt. In 1796 stond hij in de Leeuwarder Courant als contactpersoon voor een ‘sociëteit’ in Ouwe-Syl onder het motto: ‘Bildzylster burgerschaar is thans bijeengebracht / tot heil van ’t vaderland en ’t menselijk geslacht’. Er was toen ook al zo’n ‘vaderlandslievende sociëteit’ in St.-Jacob. De contactpersoon daarvan, Sjoerd Pieters Wassenaar, was zelf geen nieuwkomer maar wat je noemt een ‘ouwe Bilkert’. Zijn voorouders boerden al in 1527 in St.-Jacob. ‘Vaderlandslievend’ betekende in 1796 dat je achter het ‘Bataafse’ regime stond dat in 1795 met Franse steun in Nederland was gevestigd. Wassenaar steunde dit bewind van harte. In de Franse tijd zat hij in de gemeenteraad.
Het doopsgezinde ‘domineescircuit’ was een ander verhaal. Al in 1605 noemde Dirck Jansz in zijn dagboek een ‘vergadynge van die gement vande dick’ – bijna zeker een voorloper van de doopsgezinde gemeente Ouwe-Syl. Die kon omstreeks 1800 geen eigen dominee betalen. Tot 1812 deed de ‘leraar’ van Hallum Ouwe-Syl erbij. Toen kreeg de Groninger Roel(o)f Schuiling hier een aanstelling, en vanaf 1819 ook in Hallum. Het was geen vetpot. Schuiling woonde in 1831 met zijn vrouw en zeven kinderen in een éénkamerwoning onder één dak met de kerk. Tegenwoordig zou je dit ‘uitbuiting van immigranten’ noemen, maar Schuiling burgerde voortreffelijk in. Hij werd in 1812 lid van ‘Ledige Uren’ – zijn schoonvader Thijs Rienks was lid sinds 1809 – en zat in 1819 in een commissie die Van Albada zijn vaste aanstelling als onderwijzer bezorgde. Van Albada was sinds 1817 lid van ‘Ledige Uren’.
Doopsgezind Friesland leek in die tijd, om met de historicus Cor Trompetter (2007) te spreken, nog op ‘één grote familie’. Er waren ook veel contacten met doopsgezinden in de Groninger Veenkoloniën. Schuiling groeide op in Kalkwijk (‘Kalkwiek’), een buurtje achter Hoogezand, en was tot predikant opgeleid door de ‘leraar’ in Sappemeer. Een vooraanstaande Kalkwiekster doopsgezinde in Schuilings tijd was de molenaar Uko Reinders. Zijn dochter Anjenette trouwde in 1854 met de geboren Sneker Steven Joustra, die toen een boekwinkel in Hoogezand dreef. Ze verhuisden in 1860 naar Sneek, waar Joustra een wijnhandel begon. U voelt hem al aankomen: toen Joustra in 1865 overleed, zette zijn weduwe deze zaak voort. Vanaf 1917 adverteerde de firma met zelfgemaakte ‘beerenburg jenever’. Dit inmiddels traditionele ‘meniste slokky’ is, als ik goed ben ingelicht, nog altijd in trek bij ‘Ledige Uren’.
Nog generaties lang zijn nieuwe onderwijzers en dominees op Ouwe-Syl gastvrij opgenomen in het leesgezelschap. ‘Ledige Uren’ bestaat nog en ook de dorpsschool, maar Schuilings doopsgezinde gemeente verdween in 1996. Het verhaal van het leesgezelschap als inburgeringsmachine kreeg in 2017 een verrassend staartje. De voetbalclub VV Ouwe-Syl verlootte toen een huis in het dorp. Winnares werd Sanne Verhoef uit Arnhem, die zich er al snel thuis voelde. Ze werd alleen geen lid van ‘Ledige Uren’, want het leesgezelschap laat nog altijd uitsluitend mannen toe.
Volgende maand:
De ‘invasie’ van 1984.