Rudmer de Vries zoekt naar schatten met metaaldetector:
Meerdere keren per week gaat hij het land in met zijn metaaldetector: Minnertsgeaster Rudmer de Vries (26). En altijd komt hij wel met iets thuis: muntjes, gespen of kogels bijvoorbeeld. Inmiddels heeft hij wel duizend metalen voorwerpen verzameld, waarvan sommige van archeologische en historische waarde. ,,Myn hert gie hurder slaan doe ‘t ik in tsiende-iuwske fibula fûn.”
Thuis op tafel aan de Hermanawei liggen de ‘schatten’ uitgestald. De grote dingen op een handdoek, de kleinere, waardevolle metalen per soort in bakjes met vakjes. ,,Dy naam ús mem fan ‘e wike mei”, vertelt hij terwijl hij af en toe iets uit de bakjes haalt: een gesp, een speldje, een knoop en veel muntjes. Van bijna elk voorwerp weet hij moeiteloos in welke periode het gemaakt is. ,,Dit is de âldste munt dy’t ik haw, dy is tusken 1170-1220 slein.” Met een lampje schijnt hij even bij, zodat de vervaagde opdruk op de flinterdunne munt beter te zien is.
Een fanatiek zoeker, amateur-archeoloog, zo kun je hem wel noemen. Bijna ieder vrij uurtje – hij werkt bij Siegersma gevelrenovatie – is Rudmer op de landerijen rond Minnertsga te vinden. Ook bij Firdgum en Oosterbierum gaat hij regelmatig het veld in, waar hij net als in zijn woonplaats altijd eerst om toestemming van de boer vraagt. Af en toe komt hij anderen tegen. Het zoeken met de metaaldetector is populairder geworden door corona, denkt Rudmer. ,,Ik seach it folle mear ôfrûne jier. It wie dan ek ien fan de pear dingen dy’t je wol dwaan koene.”
Het zoeken betekent voor Rudmer lekker buiten zijn en met niemand wat te maken hebben. ,,En it wurd hiel rêstich in myn holle. Ik haw adhd en kin hjirtroch hiel goed ûntspanne. Tagelyk is it altyd spannend: wat sil ik fine?” Vaak gaat hij zó op in het zoeken dat hij de tijd vergeet. Laatst was hij de voetbaltraining glad vergeten. ,,En sneon, ik hie tsjin myn freondin sein dat ik om fjouwer oere thús wêze soe, mar it wie healwei seizen, doe waard it tjuster. Aansten kin ik ek jûns der wer op út.”
Als kind wilde Rudmer archeoloog worden. Op 13-jarige leeftijd had hij dan ook een eigen metaaldetector. Maar er waren ook andere boeiende bezigheden en studeren was niets voor hem, dus belandde de detector op zolder. Tweeënhalf jaar geleden ruimde hij de zolder op en kwam hij de metaaldetector weer tegen. In dezelfde periode was hij vaak in facebook-groepen aan het ‘strunen’, waar amateur-archeologen elkaar vondsten laten zien en vragen voorleggen. ,,Doe tocht ik: ik wol dit ek wer dwaan.”
Hij ging met zijn metaaldetector naar een akker aan de Finne, waar zijn ouders wonen. Vrij snel vond hij iets. Hij legt het kleine ronde platte metalen ding op tafel. ,,Wat is dit? tocht ik. Hjir gong myn hert sneller fan slaan.” Het bleek na wat speurwerk op internet een fibula te zijn, een ‘voorloper van een veiligheidsspeld’, een speld waarmee een mantel op de borst gesloten kon worden. Het speldje stamt uit de tiende eeuw, zo wist Rudmer. ,,De earste fynst, en dan ek noch sa wat moais! Dat reade is glaspasta”, wijst hij op de kruisvorm.
De Portable Antiqitues Netherlands (PAN), die oudheidkundige vondsten in privébezit documenteert en online publiceert, bevestigt Rudmer later dat het inderdaad om een tiende-eeuwse fibula gaat. De fibula is net als sommige andere van zijn vondsten inmiddels in de database van PAN vastgelegd, zoals een stukje van een Middeleeuwse kaarsenstander. Door het in een database te zetten is de informatie over vondsten en locaties beschikbaar voor wetenschappers, musea en geïnteresseerden.
Rudmer kreeg de smaak te pakken en kocht een nieuwe, betere metaaldetector, hét middel voor bodemvondsten van metaal. Waar vroeger arbeiders af en toe een bronzen muntje vonden als ze aan het oogsten waren, zo hoorde Rudmer van zijn vader, is er sinds de komst van de metaaldetector ongeveer dertig jaar geleden veel veranderd. Intussen zijn de detectors technisch verder ontwikkeld, waardoor er dieper bereik is en bepaalde metalen zelfs ‘uitgezet’ kunnen worden, om het zoeken te vergemakkelijken. Die van Rudmer kan bijvoorbeeld ijzer ‘negeren’.
,,Ik graaf dus net nei ferrutske spikers.” De cijfers die het display aangeven, geven hem al een beeld van de mogelijke vondst, die maximaal 30 cm diep ligt. Hoewel er dus afgelopen decennia veel bodemvondsten zijn gedaan, is er ook nog altijd genoeg metaal te vinden. Elke keer als hij naar eenzelfde stuk land gaat, vindt Rudmer namelijk weer iets. ,,Ek op deselfde plakken. De grûn wurket it d’r ek út, hiel apart.” Ook blik of waardeloos materiaal neemt hij overigens mee naar huis, waar hij het in de afvalbak gooit. ,,Oars graaft de folgjende wer foar neat op ‘t selde plak.”
Om te weten waar je het beste kunt zoeken, tuurt Rudmer uren op kaarten op internet. Hij zoekt altijd gericht, op plekken waar bewoning is geweest, en dan voornamelijk rond de oude terpen. Het afval en stro in de woningen werd namelijk naast de terp gegooid, zo weet hij.
Aan de zuidkant van het dorp is nog altijd duidelijk een terp te herkennen aan de glooiing in het landschap. Ook Lyts Hermana en Grut Hermana, plaatsen waar ooit states hebben gestaan, zijn goede zoeklocaties. De Middeleeuwse voorwerpen spreken het meest tot Rudmers verbeelding. De Bildtse polder, die vanaf 1505 ten noorden van het dorp verscheen, heeft dan ook minder zijn interesse. Toch heeft hij ook hier wel eens gezocht, zo heeft hij er muntjes uit de zestiende en zeventiende eeuw gevonden.
Voorwerpen zijn voor Rudmer veel meer dan stukjes oud metaal. Ze vertellen een verhaal en verbinden heel verschillende perioden met elkaar. ,,Hoe soe dit hjir kaam wêze, fan wa wie dit? Dat ferhaal der omhinne makket it hiel spesjaal. Je kinne der oer trochfantasearje en spekuleare. We sil it nea witte. Foar dy minsken wie it praktysk, en nei safolle jier leit it hjir op tafel.”
Een gouden munt vinden is zijn droom. En die kans bestaat, want hij besteedt veel tijd aan het zoeken en heeft bovendien geduld. Laten omsmelten of verkopen zal hij in dat geval niet doen. ,,It giet my net om ‘t jild, mar om de histoaryske wearde.” Laatst bij Sexbierum vond een vrouw nog een gouden munt. ,,It kin mei elke pyp gebeure.”