Kunstenares Margré Steensma bouwt op het erf van haar ouders in Nij Altoenae haar eigen tiny house. Haar woning bestaat uit nieuwe en tweedehands materialen. Zo is er aangespoeld hout in verwerkt en bestaat de isolatie uit gerecyclede spijkerbroekenkatoen. Ze verwacht over een half jaar klaar te zijn en hoopt dan een woonplek te krijgen in een commune in de buurt van Rotterdam.
In de garage van haar ouders is Margré druk aan het zagen. Ze is bezig met het maken van een kast die langs het grote raam in haar tiny house komt. Het houten huis van 8,5 meter lang, 3 meter breed en 4 meter hoog staat op het erf van haar ouders. De buitenkant is al klaar. Binnen is Margré nog druk bezig met klussen. Het is passen en meten om alle woonwensen te kunnen realiseren. De trap en de aangesloten vide, waar de woonkamer komt, zijn al af. Daaronder gaat ze haar slaapkamer maken. Verder wil ze nog een kleine badkamer met zitbad, keuken, bar en een plek waar ze haar kunstwerken kan tentoonstellen realiseren. Margré heeft weinig ruimte om spullen op te bergen, maar daar heeft ze handige oplossingen voor bedacht. Om extra ruimte te creëren heeft ze in de traptreden lades gemaakt. De keuken gaat ze ophogen om aan de onderkant, in plaats van een plint, een lade te maken. En in de kast waar ze vandaag mee bezig is, kan ze ook wat extra spullen in kwijt.
De kunstenares pendelt heen en weer tussen Nij Altoenae, waar haar ouders wonen en Rotterdam, waar ze woont en werkt. Het idee om een tiny house te bouwen begon een jaar geleden. “Ik werk in de culturele sector en ben tijdens de coronacrisis veel werk verloren. Ik ben kunstenares, werk op freelance basis in het onderwijs en zit ik in het bouwteam van een museum in Rotterdam.” Ze zat eerst in een atelier in Rotterdam met andere kunstenaars, maar daar moest ze helaas uit omdat het werd gesloopt. Een collega van haar besloot toen zelf een atelier te bouwen in Dordrecht. “Ik vond het zo inspirerend dat ik ook iets wilde bouwen en kwam uit op het maken van een tiny house. Ook omdat ik een eigen woning wil bezitten.” Sinds vijf jaar woont Margré in een sociale huurwoning, speciaal voor creatievelingen. “Er is daar niet veel groen en ik wil liever in de natuur wonen. Helaas lukt het door de woningcrisis niet om iets anders te vinden. En dit zag ik in mijn vermogen om te kunnen doen. Ik ben een bouwer. En een tiny house zelf bouwen, leek me heel leuk.”
Margré maakte zelf het ontwerp voor haar tiny house. Ze wilde eerst de woning in Rotterdam bouwen, maar dan had ze een loods moeten huren. “En hier bij mijn ouders heb ik geen druk om weg te gaan. Hulp bij het bouwen krijgt ze van haar vader, zwager en vrienden. “Mijn vader is sinds vorig jaar met pensioen en heeft me veel geholpen met dingen, zoals de skeletbouw en het plafond.” Haar zwager helpt haar met de technisch zaken. “Hij doet de hele technische installatie en bedrading. Ik heb de leidingen en bedrading zelf aangelegd en mijn zwager knoopte het aan elkaar vast. Iedereen helpt enthousiast mee”
Margré probeert de meeste materialen voor haar tiny house tweedehands aan te schaffen. “Ik heb twee kozijnen op maat laten maken. Al het hout van de skeletbouw en de beplating is nieuw. Ik had zoveel hout nodig dat het veel tijd zou kosten om alles tweedehands te kopen.” De keuken wordt wel grotendeels tweedehands. “Het keukenblad was een onderdeel van mijn afstudeerwerk. Dat ga ik opnieuw integreren.” Een vader van een vriendin van haar is strandjutter en vond panlatten aangespoeld op het wad in de buurt van Zwarte Haan. “Die kon ik wel gebruiken. Er zit dus ook aangespoeld hout in mijn huisje.” Ook bijzonder is dat de isolatie in haar onderkomen bestaat uit gerecyclede spijkerbroekenkatoen. “Ik wilde voor meer natuurlijke materialen gaan. Het bestaat uit een blokken van gerecycled katoen, waarin je soms nog etiketten van spijkerbroeken herkent.”
De kunstenares wil graag zelfvoorzienend leven. “Heel veel plekken voor tiny houses worden zonder voorzieningen als riolering, water of elektriciteit aangeboden.” Ze heeft hier al een aantal oplossingen voor bedacht samen met haar zwager. “Er komen zonnepanelen op mijn huis met accu’s om de stroom op te slaan.” Hiervoor wil ze oude accu’s van auto’s hergebruiken. “Regenwater wil ik opvangen in tanks en dat weer omhoog pompen met een pomp.” En ze wil gebruik maken van een composttoilet en haar tiny house verwarmen met een houtkachel.
Margré wilde in Rotterdam haar tiny house bij een community neerzetten, maar er bleek nog een partij te zijn die zich daar wilde vestigen. Bij de gemeente moesten de twee community’s een plan indienen. “Het beste plan zou winnen en kreeg de plek. Ik zat helaas bij de verliezende partij. Ik stond al helemaal klaar om te beginnen en had zoiets: wat moet ik nu?” Ze besloot om toch door te gaan met het bouwen van haar tiny house. “Ik wil er wel in wonen, maar een plek vinden gaat moeizaam. In de buurt van Rotterdam zijn niet veel opties.” Wel heeft ze in Zevenhuizen, een randgemeente van Rotterdam misschien iets gevonden. Het ligt midden in de natuur, op fietsafstand van het centrum, maar helaas zijn er hindernissen. “Deze plek is van privé-eigenaren met een stuk grond en zij vinden het goed dat er tiny houses komen, maar ze lopen heel erg tegen de bureaucratie van de gemeente aan. Het verlenen van vergunningen gaat heel traag.” In een community wonen lijkt Margré heel mooi. “In mijn voormalige atelier had ik een community. Ik mis het dagelijkse contact. Even sparren en af en toe samen eten. Ik denk dat ik over een half jaar klaar ben met mijn tiny house. En hoop dan een mooi plekje te vinden om te wonen, in de buurt van Rotterdam.”
https://www.instagram.com/margresteensma/