Motorenmuseum Meijer staat sinds 1959 op het terrein van de Meijer Group in St.-Jacobiparochie. In het gebouw staan 50 motoren die tussen 1899 en 2007 zijn gemaakt. De zware motoren komen uit schepen, huizen en landbouwmachines. Elke motor heeft zijn eigen verhaal.
Sjoerd Meijer en Dirk van Tuinen zijn bezig met het maken van de uitlaat van een van de motoren van het museum, de Thomassen. Hier zijn ze wel drie dagen mee bezig. Alle reparaties doen ze zelf, samen met vrijwilligers Wieb Steensma, Piet Grijpma, Hans Smit en Johannes Jensma. Het museum staat op het terrein van het familiebedrijf Meijer Group. Oprichter van het museum is Sjoerd Meijer. ,,Technyk hew ik altyd al mooi fonnen. Doe’t ik ‘n jaar of ses waar ston ik al achter de draaibank om dingen te ontwerpen. Ik hew ok heel lang op bromfytsen reesd. Die motoren waren puur technyk en die mosten wij fansels opfoere”. De bedoeling was dat Meijer naar de scheepsmachinistenschool zou gaan, maar hij bedacht zich omdat hij een uniform aan moest. Zijn vader verkocht ook trekkers en het leek hem toen wel een goed idee om de opleiding voor trekkermonteur te volgen, maar de klas werd steeds kleiner en in het derde jaar is hij in het bedrijf van zijn vader aan het werk gegaan. ,,Ik fon ‘t ‘n mooi fak, maar ik kwam d’r ok achter dat ‘t werk waar,” lacht Meijer. ,,’n Jaar later bin ik dos na de masinisteskoal in Harlingen gaan. Ik ging d’r op de brommer hine. Maar ik deen ‘n brommer-overall an over ‘t hate pakky. Hier thús hewwe se ‘t nooit sien.”
Het museum is in 1959 opgezet. Het begon in de schuur op hetzelfde terrein waar het museum nu staat. De eerst motor van Meijer kwam uit een schip. ,,D’r waar in Luwt ‘n man die’t ‘n nije motor in syn skip boud hewwe wou. In ‘t skip ston ‘n Junkersmotor. Met ‘n kammeraat is de motor in ‘n dâg d’rút haald en ‘n nije d’rin set. As beloaning foor ‘t werk kregen wij de ouwe motor met.” Dat was de eerste van de verzameling. Meijer heeft de motor nog steeds. ,,Ik bin ‘n fersameler, ik ferkoop nooit wat.”
Meijer en Van Tuinen geven een rondleiding door het gebouw en laten een aantal motoren zien. Achter elke motor zit een verhaal. Er staan inmiddels 50 grote en zware machines. De motoren die het het museum staan wegen tussen de 100 kilo en 120.000 kilo. ,,Alles wat d’r staat in ‘t museum, werkt nag altyd”, vertelt Van Tuinen. ,,Dat is ‘t mooie fan dut museum; ‘t is levend. De meeste museums binne doad. Der kinne je alleen maar kike.” De oudste, de Loog Landaal, een petroleumvergasser motor, is in het jaar 1899 gebouwd. ,,Deuze het ‘n dorsmesine andreven, vertelt Meijer. ,,D’r stonnen fier werktugen naast met andriving. Wij hewwe de motor laten soa’t wij him antroffen hewwe, alleen technys maakt soadat hij loopt. Omdat ‘t answingelen soa swaar was, hewwe mînsen de êrms hier wel deur broken.” De nieuwste motor is een Sterling heteluchtmotor uit 2007. Deze heteluchtmotor was bedoeld voor de verwarming van een woonhuis, maar is nooit op de markt gekomen. Een uniek exemplaar is volgens Van Tuinen de Lister Bruston generatorset uit 1923. ,’t Is ‘n lichtfoorsiening fan ‘n landhuus weest in Vorden. Stroom waar doe nag niet overal. ‘t Huus had doe al ‘n aigen stroomfoorsiening. Dat werkte automatys met kompjoeters, alleen waar die naam d’r doe nag niet. D’r binne nag maar ‘n paar fan in de wereld.”
Het meest bijzondere verhaal over een motor gaat volgens Van Tuinen over hoe ze aan de Bolnes zijn gekomen. ,,Wij folgden metnander ‘n avenkursus foor ‘t faarbewiis en kwammen fia ‘n metkursist in kontact met Leo die’t syn boat hermotorisere wou. Bij him thús ankommen, twifelde hij at hij de motor an ôns geve most. Syn ferloofde kwam even later thús, bekykt ‘t fotoalbum fan ‘t museum en sait teugen Leo: ik zou het maar doen, dan komt hij bij al zijn vriendjes te staan.” Er werd een datum afgesproken om de motor uit Leiden op te halen met de boot. Ze maakten er meteen een uitje van met hun vrouwen erbij. ,Wij binne d’r twee dagen an ‘t klussen weest. Met belaid is de motor út de boat haald. Want alles most deur klaine deurtsys hine en wij wouwen niks beskadige. Onderdeel foor onderdeel is d’r út haald en in kisten op ‘t achterdek set. Soa binne wij na Franeker foeren en binne de spullen naar ‘t museum reden.” In die tijd was er in het bedrijf een kerstmarkt. De bedoeling was dat de motor tijdens kerstmarkt zou draaien. ,,Wij hadden Leo beloofd dat hij him as eerste starte mocht. Hij het ‘t een keer daan en doe hewwe wij besloaten dat hij ‘t nooit meer doen mocht. ‘t Gong met wat tefeul geweld,” aldus Meijer.
Het museum is alleen op afspraak te bezichtigen of mensen zijn welkom op de open dagen. De eerstvolgende is op 13 mei 2023. Deze open dag wordt georganiseerd In samenwerking met de oude trekkers en motorenvereniging.
Bij het motorenmuseum hopen de mannen dat nieuwe vrijwilligers zich aanmelden. ,, Ik bin 80 en Dirk 84 jaar en wij binne nou nag heel fit. Maar wij binne wel al op soek na jongere mînsen die’t methelpe wille. Wij willen graag ‘t museum in stand houwe.”
Meer informatie over het museum is te vinden op www.meijermuseum.nl