Gerrit & Betty van der Kuur stoppen met rijdende winkel
Het geluid van de toeter die de rijdende winkel aankondigt, de flessenrekjes aan de weg en de boodschappen ‘op laten schrijven’. Over een paar weken zijn ze verleden tijd, want Gerrit en Betty van der Kuur stoppen ermee. In de vele jaren dat ze over de dijken en door de dorpjes in het Bildtse buitengebied reden, waren ze niet alleen leverancier van levensmiddelen, maar ook een luisterend oor en een helpende hand. ,,De mînsken, die meitsje ûs wurk eltse dei leuk.”
Het eerste dat een klant zei toen Betty een paar maanden geleden aankondigde dat ze eind dit jaar gaan stoppen met de rijdende winkel was: ‘Dan giet de hûn dea!’ Betty geeft alle honden van klanten namelijk altijd een koekje. Het typeert niet alleen de vriendelijkheid van de Van der Kuurs maar toont ook aan hoe geliefd zij zijn. ,,De mînsken gunne ús de frijhyt fan herte, mar se fine ‘t ek spitig foar harren sels”, vat Gerrit de reacties thuis aan de Altoenaestraat in Sint Anne samen. Bewoners zullen straks zelf naar een supermarkt moeten of de omgeving inschakelen om dat voor hen te doen. Ook het praatje zal worden gemist.
Nu de pensioenleeftijd in aantocht is, merkte vooral Gerrit dat hij graag meer van van vrije tijd wil genieten, om te gaan klussen bijvoorbeeld. ,,Dut wie ‘t goeie moment”, legt Betty uit, die misschien nog wel wil ergens wil werken. ,,’t Is hiel drok wêst. Alles moat in ús leven altyd hiel effisient en op tijd. En ‘t wurk is nooit klear. Jûns sit Gerrit nog mei de bestellings en de telefoon giet hyltied.” Maar het positieve overheerst, súteljen is een manier van leven waar ze erg van genieten. ,,We ride eltse dei in toerystise route”, stelt Betty. ,,We meitsje alle seizoenen mei, de loft feroaret, je binne lekker bûten. Dat bliuwt prachtich.” Nu Gerrit alvast terugblikt voelt hij vooral dankbaarheid. ,,We kinne kwa priis net konkurere mei de de grutte supermetten, dat mînsken by ús keapje hat in soad mei de gunfaktor te meitsen. Dat had ús altyd goeddien.”
Ze begonnen al heel jong met werk en gezin. Gerrit startte als ‘melkboer’ bij de ouders van Betty en reed vanaf 1979 met een wagen over Het Bildt, eerst met aanhangwagen, later met een auto van negen meter en sinds 1999 met de huidige. Lange tijd betekende dit zes dagen in de week werken. Sinds 2000 gaan ze als echtpaar op pad. Betty gaf haar oppaswerk op toen Gerrit als gevolg van een darmziekte noodgewongen minder hooi op de vork moest nemen. Tegenwoordig rijden ze maandags over het oostelijke deel van het Bildt, woensdags de dijk van Nij Altoenae naar Westhoek en vrijdags de zuidhoek en Froubuurt. Het samenwerken gaat altijd goed. ,,We binne goed op mekoar ynspile”,, zegt Betty. ,,Mar ien kear haw wy spul hân, dat wit ik noch, doe wat misgie mei in faks.”
Gerrit bestuurt de wagen over de smalle dijken en doet de kassa. Betty loopt heel wat kilometers om de flessenrekjes en booschappenbriefjes op te halen die aan de kant van de weg staan. Samen verzamelen ze de gewenste boodschappen. Betty zet ze bij de deur, maar ook in de koelkast of vriezer. Mensen die wel wat extra hulp kunnen gebruiken, assisteren ze geduldig, ook met het uitkiezen van de boodschappen. ,,We tinke mei de mînsken mei”, zegt Betty. ,,Dat jout ús ek in foldaan gefoel. De mînsken meitjse ús dei leuk.” Het ‘opschrijven’ van de boodschappen in het boekje is geen probleem – waar vindt je dat nog? – maar ook op andere manieren hebben de Van der Kuurs altijd oog voor de klant. Zo drongen ze bij meerdere keren klanten die druk op de borst hadden een dokter in te schakelen. Ook belden ze wel eens een ambulance. Betty: ,,It is soms hast wol een sosiaal projekt.”
Door de jaren heen leerden zij heel wat markante bewoners van dijk en dorp kennen, velen namen de Van der Kuurs in vertrouwen ,,De iepenheid is ongelooflijk”, vindt Gerrit. Door de mensen kunnen zij ook zichzelf zijn, vult Betty aan. ,,Ik haw d’r folle fan leard. We hearre nergens mear fan op, wat is nog raar? Elk mîns hat syn strubbelingen.” Steun kregen ze overigens ook terug van klanten, bijvoorbeeld toen Gerrit als gevolg van een oogtia een maand niet mocht autorijden. ,,Klaas Dijkstra út Nij Altoenae hat ús doe in moanne belangenleas holpen, echt grandioos. It wie ek hiel gesellig.”
De bijzondere momenten zijn teveel om op te noemen, vinden de Van der Kuurs. Naast ontmoetingen waren er tal van moeilijke manoeuvres op de dijk, pech onderweg en sneeuw en ijzel die ze toch trotseerden. Leuk was de versierde wagen die tijdens het dorpsfeest in Nij Altoena werd gemaakt, compleet met poppen van een kale Gerrit en krullebol Betty. Van zulke momenten maakte Betty de afgelopen twintig jaar regelmatig een foto. Ook bewaarde ze boodschappenbriefjes met bijzondere verzoeken of opmerkingen zoals ‘druk druk druk’ en ‘Pas op ik heb corona!’ Misschien wil ze er nog wel eens iets mee doen, want het geeft een beeld van het Bildt en de markante bewoners, maar ook van een tijdperk dat voorbij is. Ze zijn immers de laatste met een rijdende winkel hier. Een opvolger zien ze niet gebeuren, de kosten voor onderhoud van de wagen en ook stijgende energieprijzen maken een boterham verdienen aan het súteljen niet makkelijk. ,,Jonge mînsken wolle d’r ek net safolle tiid ynstekke.”
Intussen staat de loods met koelingen en opslag verderop in de Altoenaestraat te koop. De wagen volgt binnenkort. De voorraad houdbare producten raakt langzaam op, maar de levering van verse waar zoals yoghurt en brood gaat gewoon door tot de laatste rit. Nog vijftien keer te gaan, berekent Betty. De laatste rit zal vlak voor Kerst zijn. Dan gaan ze eerst een paar dagen naar Texel. ,,It sil earst wol even raar wêze, safolle frije tiid, mar we sjogge d’r ek nei ut.”